zondag 28 mei 2017

Object of your attention

Nu ik mijn boek over stiefmoederen aan het schrijven ben, ontdek ik overal stiefmoeders. Het is bijna  net zoals toen ik zwanger was. De halve wereld leek toen te bestaan uit bolle buiken, kinderwagens en blozende baby's. Maar toen ik studeerde... nouja je begrijpt het. En nu kijk ik dus al een tijdje naar de wereld door mijn stiefmoeder-bril of beter ik-schrijf-een-boek-over-stiefmoederen-bril, want die eerste bril heb ik al jaren op maar had een minder sterke filter. Waarschijnlijk omdat ik gewoon druk was het te doen en er nu pas meer beschouwend mee bezig ben.

Mooi, vind ik het, hoe delen van de wereld zich aan je laten zien wanneer je er naar op zoek gaat. Als verborgen bloemen in een wilde tuin. Dus spreek ik op een feestje van vrienden een stiefmoeder, lees ik in het boek van Sonja Barend hoe zij de drie dochters van haar grote liefde in haar leven opnam en ontdek ik - wanneer ik me verdiep in het woord stiefmoeder - dat taalliefhebber Paulien Cornelisse er ook een is. Vriendin I. stuurt me de contactgegevens van een stiefmoeder die ik zeker een keer moet bellen en vriendin T. vraagt zich hardop af of ik haar - als niet samenwonend maar wel verliefd op man met kinderen - als ervaringsdeskundige zie. Ook op mijn werk heb ik gesprekken over stiefmoederschap én stiefdochterschap, de andere kant van de medaille.

Anders dan bij zwanger zijn, kun je een stiefmoeder niet herkennen aan de buitenkant. Hoewel, toen we met ons gezin op vakantie in Italië waren en ik tijdens een etentje aan iemand vertelde dat ik de stiefmoeder was van de meiden, kwam er een aha-blik op het gezicht van mijn gesprekspartner. "Dat verklaart waarom ze niet op je lijken." Schijnbaar had ze ons gezin gadegeslagen en mij  niet helemaal in het hokje kunnen passen. (Dat is overigens ook een van mijn heimelijke genoegens, andere gezelschappen bespieden en bedenken hoe ze aan elkaar verbonden zijn.) Aan de andere kant, ben ik talloze keren in winkels aangesproken als de moeder van de meiden. En pas nog vroeg een moeder op school - een beetje radeloos - hoe het nou toch zat toen ik middelste bij haar ophaalde: "Ben jij nou de moeder van E. of N." Ik moet me dan inhouden om niet de lolligste te zijn en nog meer verwarring te creëren.

Kortom, we kijken naar de wereld door een eigen bril. En er valt zoveel te ontdekken als je nieuwsgierig bent. The object of your attention is dichterbij en veelomvattender dan je had gedacht. Wonderschoon toch.




woensdag 3 mei 2017

You may say I'm a dreamer...

Het geheugen is een gek iets. Ik stel het me voor als een groot huis in mijn hoofd met ontelbare kamers. In sommige kamers kom ik regelmatig, in andere kamers dwarrelt het stof en er zijn ook vergeten en gesloten kamers. Sleutel zoek, helaas. Glurend door het sleutelgat, zie ik niets. Daarom houd ik van schrijven en van fotograferen. Het beantwoordt mijn verlangen om momenten in tijd vast te houden en te bewaren voor later. Voor als ik oud ben, dan ga ik eindeloos in dat grote huis verdwalen.

Nu ik een begin heb gemaakt met mijn boek over stiefmoederen, zit ik met mijn hoofd veel in het verleden. Hoe was het eigenlijk helemaal in het begin. Verliefd op een man die al vader was. En die eerste keer dat ik de meiden zag. Met middelste kan ik me nog haarscherp herinneren. Het festival, haar blonde korte krullen en hoe ze op mijn schoot bleef zitten, terwijl haar vader wat drinken ging halen. Oudste weet nog dat ze mij voor het eerst zag. Ik gluurde bij haar naar binnen, terwijl ze al in bed lag. Ze schrok zich wild, weet ze nog. Het duurde dan ook even voor ze me een handje wilde geven als we buiten liepen.

Volgens mijn moeder vond ik het best lastig soms. De slaapjes overdag die het ritme van de dag bepaalden, de rust en de regelmaat. Op zondag verlangde ik nog wel eens naar mijn driehoog-achter in de Willemsstraat. Daar vluchtte ik dan naartoe onder het mom dat er nog moest worden opgeruimd (uhu, zowel lief als ik wisten beter). Toch kan ik me niet herinneren dat ik heb getwijfeld of er niet mee door wilde gaan. Of kijk ik naar het verleden met een roze bril? Met de wetenschap dat ik niet alleen niet meer zonder zou willen maar het ook niet meer zou kunnen.

Lief herinnert zich de twijfels over het samenwonen. Dat ik maar bleef uitstellen en liever wilde latten. Tot ik zwanger werd en alles veranderde. Als dat niet was gebeurd, weet hij niet of we het hadden gered. Verontwaardigd over zijn blik op ons verleden, beweer ik het tegendeel. Ik heb altijd in ons geloofd en zeker met terugwerkende kracht en een bijna-decennium als bewijs.

Dagdromer, romanticus en optimist van nature. Dat zou zomaar mijn herinneringen een roze randje kunnen geven. Net zo subjectief en selectief als de herinneringen van lief. En net zo subjectief en selectief als ik elke dag naar het leven kijk. Bij voorkeur door een roze bril.

Maakt dat het minder waar? Zeker niet. Misschien is het mijn waar, maarja het wordt dan ook mijn boek.


Hier wonen mijn herinneringen, in Villa Kakelbont.